Publieke behandeling van verontreinigde bodems - Veelzijdige, broodnodige expertise

In het Brussels Gewest bepaalt de wet dat de verontreiniging van een site valt onder de verantwoordelijkheid van een welbepaalde houder van verplichtingen (ofwel de veroorzaker van de verontreiniging of de exploitant of eigenaar van de site).  In bepaalde complexe gevallen blijft het saneringsproces toch nog geblokkeerd, wat de herontwikkeling van het betrokken perceel afremt.

De opdracht voor de publieke behandeling van verontreinigde bodems is bedacht om dat soort dossiers vlot te trekken, zodat het renovatieproject voort kan.

citydev.brussels en Leefmilieu Brussel zijn aangewezen om dat nieuwe mechanisme te implementeren. De twee instellingen stellen hun expertise ter beschikking om de geselecteerde verontreinigingsdossiers financieel ten laste te nemen, en administratief en technisch te begeleiden.

• Leefmilieu Brussel stuurt het volledige project, en meer bepaald de bodemonderzoeken, aan.
• citydev.brussels houdt toezicht op de saneringswerken en coördineert ze.

De Brusselse regering kent de partners daarvoor jaarlijks een budget toe.

Publieke behandeling is enkel van toepassing op weesverontreinigingen. Dat zijn verontreinigingen waarvoor de houder van verplichtingen niet (meer) kan worden geïdentificeerd.

Het kan om zowel openbare als privégronden gaan.

Voor openbare gronden heeft de regering een lijst opgemaakt met strategische sites waar bodemonderzoek en -behandeling prioritair moeten gebeuren. Doel: er zo snel mogelijk sociaaleconomische projecten voor het algemeen belang kunnen verwezenlijken.

Voor privégronden gaat de publieke behandeling over de verontreiniging van een hele wijk, waar verschillende percelen kampen met bodemverontreiniging. In dat soort situaties raakt het probleem sneller opgelost via een ingreep van citydev.brussels en Leefmilieu Brussel dan wanneer de vervuiling perceel per perceel wordt aangepakt.

In 2021 werd al een tiental privépercelen die in aanmerking zouden kunnen komen voor dat mechanisme, in kaart gebracht. Ook de eerste publieke, strategische sites – Weststation, de Biestebroekwijk (en CityGate II – Klein-Eiland), Josaphat en Schaarbeek-Vorming – werden geïdentificeerd.